Geschreven door drs. Guido Cobelens (psycholoog) 15 januari 2025.

Stel je voor: een kind van twaalf zit tegenover een onderzoeker, een stapel tests voor hen uitgestald. Er liggen blokjes om patronen mee te maken, puzzels om op te lossen, en vragen over waarom de hemel blauw is. Dit is het domein van de WISC-V, de meest gebruikte intelligentietest voor kinderen. Of neem een volwassen vrouw van 30 die zich door een soortgelijke test, de WAIS-IV, worstelt. Waarom? Omdat haar leven mogelijk verandert door wat de test uitwijst.

In Nederland spelen deze tests een sleutelrol bij de beoordeling van een WLZ-indicatie (Wet langdurige zorg) voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Maar hoe betrouwbaar zijn ze eigenlijk? En wat zegt een IQ-score nu echt over iemand?

Wat meten we eigenlijk?

De WISC-V en WAIS-IV claimen intelligentie te meten, maar wat bedoelen we met dat woord? Bij deze tests gaat het om zaken als verbaal begrip, logisch redeneren, werkgeheugen en verwerkingssnelheid. Een totaalscore (IQ) van onder de 70 kan leiden tot de diagnose LVB, mits er ook sprake is van beperkte sociale aanpassingsvaardigheden. Maar is die grens van 70 wel zo hard? En hoe universeel zijn deze tests?

Neem bijvoorbeeld culturele verschillen. De WISC-V vraagt naar kennis die in westerse context vanzelfsprekend lijkt (“Waar is een kompas voor bedoeld?”), maar voor iemand met een andere achtergrond minder relevant is. Zelfs binnen Nederland is de test niet neutraal: kinderen uit lagere sociaaleconomische milieus scoren gemiddeld lager. Zijn zij minder intelligent? Of hebben ze simpelweg minder toegang gehad tot de kennis die de test meet?

De gevolgen van een getal

Een IQ-score heeft impact. Voor een WLZ-indicatie is het verschil tussen 69 en 71 enorm. Onder de 70 krijg je toegang tot uitgebreide zorg en ondersteuning; erboven moet je vaak maar zelf je weg vinden. Maar dat kleine verschil kan afhangen van factoren zoals een slechte nacht, testangst of een willekeurig detail in de testomgeving. Een kind met 69 krijgt hulp; een kind met 71 valt buiten de boot. Is dat eerlijk?

Bovendien vertelt een IQ-score ons weinig over iemands talenten of potentie. Een jongen die slecht scoort op verwerkingssnelheid kan alsnog een briljant muzikant zijn. Een meisje met een beperkt werkgeheugen kan haar sociale vaardigheden inzetten om anderen te inspireren. Waarom laten we een enkel getal zo’n grote rol spelen?

Tijd voor een breder perspectief

Wat als we intelligentie anders zouden benaderen? Wat als we niet alleen kijken naar wat iemand niet kan, maar ook naar wat iemand wel kan? Bij een WLZ-indicatie zou een holistische benadering beter passen. Naast IQ-tests kunnen we ook kijken naar adaptieve vaardigheden, sociaal-emotioneel functioneren en persoonlijke context.

De wetenschap toont aan dat intelligentie veelzijdig is. Howard Gardner’s theorie van meervoudige intelligenties laat zien dat taal, logica en geheugen slechts een deel van het verhaal zijn. Praktische, creatieve en sociale vaardigheden zijn net zo belangrijk – en vaak veel relevanter voor het dagelijks leven.

Conclusie: een oproep tot verandering

De WISC-V en WAIS-IV hebben hun waarde, maar ze zijn niet heilig. We moeten beseffen dat een IQ-test slechts één lens biedt op een complexe werkelijkheid. Een WLZ-indicatie zou niet alleen afhankelijk moeten zijn van een getal, maar van een breed begrip van wie iemand is en wat die persoon nodig heeft.

Laten we dus verder kijken dan de tests. Want wie iemand echt is, laat zich niet vangen in een IQ-score – en dat zou ook niet moeten.