– over neurodivergentie en studiekeuze

Geschreven door drs. Guido Cobelens (psycholoog) 23 juni 2025.

Onlangs testte ik een man. Hij had ADHD, een verleden in de gevangenis, en volgens de papieren een verstandelijke beperking. Zo eentje waarvan we in ons systeem vaak fluisteren: “Die hoort niet op school, die hoort in de begeleiding.” Maar toen kwam de blokpatronen-test.

Binnen no time legde hij complexe patronen neer. Alsof zijn handen al wisten wat zijn hoofd nog moest uitzoeken. Zijn begeleider zei: “Als je hem een afbeelding laat zien van iets wat je wilt bouwen, dan maakt hij het gewoon. Zonder uitleg.”

En dan vraag ik me af: wie is hier eigenlijk beperkt? De man die zonder woorden kan bouwen wat jij bedenkt? Of het systeem dat enkel woorden telt?

Deze ontmoeting zette me opnieuw aan het denken over studiekeuze, talent en hoe vreemd het is dat we breinen afwijzen die niet in ons schoolkader passen. Misschien is het niet de leerling die faalt – maar het klaslokaal dat te klein is voor zijn talent.

Stel je voor dat je een vis vraagt om in een boom te klimmen. Hij zal zich dom voelen. Niet omdat hij dom ís, maar omdat het schoolsysteem is gebouwd voor eekhoorns.

Welkom in het leven van talloze neurodivergente jongeren.

Autisme, ADHD, ADD, dyslexie, hoogbegaafdheid – we plakken er labels op, maar wat we vaak vergeten is dat deze labels niet zomaar ontstaan. Ze zijn een signaal: het systeem past niet bij het kind, in plaats van andersom.

Wie bepaalt de norm?

We leven in een samenleving die dol is op gemiddelden. Gemiddelde Cito-score, gemiddeld IQ, gemiddelde leerling. Maar niemand is gemiddeld. De gemiddelde Nederlander heeft 1,1 kind en 1,2 auto’s.

En toch bouwen we studiekeuzes en onderwijssystemen rondom deze fictieve figuur. We beoordelen jongeren op hoe goed ze in het plaatje passen, in plaats van of het plaatje wel klopt.

Voor neurodivergente jongeren is die werkelijkheid nog schrijnender. Hun hersenen werken gewoon anders. Niet slechter. Anders. Soms sneller. Soms met meer creativiteit. Soms met meer chaos, maar ook meer vindingrijkheid. Maar het systeem ziet vaak alleen de ‘afwijking’.

De mythe van de rechte lijn

Vraag aan een groep studenten om hun studieloopbaan te tekenen en de meesten zullen een krabbel maken. Toch blijven we jongeren een lineair pad voorspiegelen: kies een profiel, kies een opleiding, loop stage, diploma, baan en pensioen.

Maar vooral bij neurodivergente studenten gaat het zelden zo. Ze haken af. Ze zoeken. Ze keren terug. Ze ontdekken op hun 26e dat ze eigenlijk veel liever met hun handen werken dan achter een scherm. Of andersom. En weet je wat? Dat is geen falen. Dat is vrijheid.

Weg met het keurslijf

Wat als we studiekeuzes niet zouden baseren op ‘wat hoort bij je profiel’, maar op ‘waar bloei je van op’? Wat als we studenten niet langs de lat leggen van toetsresultaten, maar van nieuwsgierigheid? Wat als we eindelijk erkennen dat een brein dat buiten de lijntjes kleurt, misschien wel het mooiste schilderij maakt?

Neurodivergentie is geen fout in het systeem. Het is het bewijs dat het systeem te beperkt is.

Tijd voor een nieuw perspectief

Misschien moeten we stoppen met het proberen jongeren in het systeem te laten passen, en beginnen met het systeem laten passen bij jongeren. Geen standaard vragenlijsten meer over ‘wat vind je leuk’, maar gesprekken over hoe je denkt, leert en leeft. Geen ‘zwakke kanten’ meer benoemen, maar unieke manieren van waarnemen, structureren en creëren.

En bovenal: stop met jonge mensen te behandelen als machines die je kunt instellen op ‘succes’. Ze zijn geen input-outputschema. Ze zijn mensen. En geen mens verdient het om beoordeeld te worden op hoe goed hij lijkt op een ander.

Dus als je een jongere kent die niet past in het systeem, wees dan geen gids die wijst naar het bekende pad. Wees een reisgenoot. Loop met ze mee. Vraag: “Welke weg voelt voor jóu kloppend?”

Want soms blijkt de mooiste route er eentje die nog helemaal niet op de kaart staat.

“Een vis beoordelen op zijn vermogen om in een boom te klimmen is niet alleen dom. Het is onrechtvaardig.”

Laten we stoppen met boomklimmen. En beginnen met zwemmen. Of vliegen. Of bouwen. Of dromen.